DanBred Nutriënten Specificities

Deze nutriënten specificities zijn een richtlijn voor samenstellingen, optimaliseringen en aanpassingen van voer en voerniveau’s voor DanBred genetica en geven een balans tussen optimale conditie en reproductievermogen samen met een minimale excretie van en impact op het milieu.

Onze adviezen zijn gebaseerd op lopende onderzoeken en resultaten gevonden bij het Deense Pig Research Centrum (PRC) – SEGES Innovation en gecombineerd met resultaten gevonden in samenwerking met ADDCON, BIOMIN, VILOMIX Denemarken en HAMLET PROTEIN.

Goede aandacht voor voersamenstelling en voederniveau’s voor DanBred genetica is een goede basis om het volledige potentieel van DanBred genetica vrij te maken voor een stabiele en hoge levensproductie.

Voor vragen over specifieke behoeften voor uw regio vragen wij u contact op te nemen met het technische team van DanBred om de juiste informatie te verkrijgen.

Technical Service Center
[email protected]
+45 45 4488 1188

Basis voedervereisten voor varkens

Voeder dient alle voedervereisten voor varkens ten aanzien van onderhoud, vlees- en melkproductie evenals de foetale ontwikkeling te dekken. Bovendien dient voeder onderdeel te zijn van het zeker stellen van de gezondheid en het welzijn van het varken, in combinatie met de opbrengst voor de varkenshouder.

Voederkosten vormen het grootste kostencomponent voor elk type productiesysteem. Voederconversie en dagelijkse gewichtstoename zijn een aantal van de bepalende factoren om te overwegen of de productie al dan niet kosteneffectief is. Het is daarom belangrijk om de voederstrategieën, het gehalte van de voedingsstoffen in het gebalanceerde voeder en de hygiëne van het voer voor de veestapel te beheren. Maar ook om te zorgen voor het maximale gebruik van hyperprolific, moderne genetica.

 

Voedingsstoffenvoorziening
De belangrijkste factoren die overwogen moeten worden bij het opstellen van een voedingsprogramma is de totale energie die op basis van het eiwitgehalte, aminozuren, koolhydraten en vet door het voer wordt geboden. Koolhydraten geven energie aan het lichaam en kunnen in lichaamsvet worden omgezet. Zij kunnen monosacchariden (bijv. glucose), disacchariden (bijv. sucrose end lactose), oligosacchariden (bijv. lupinen, sojabonen en erwten) en polysacchariden (bijv. cellulose en zetmeel) bevatten.

Vetten bieden energie in een meer geconcentreerde vorm dan koolhydraten en kunnen worden omgezet in lichaamsvet. Net als koolhydraten bestaat vet uit delen van koolstof, waterstof, zuurstof die het meest van de energiereserves van dieren opslaan. Talg en dierlijke oliën zijn de meest algemene vetten die aan varkensvoeding worden toegevoegd – een aantal onverzadigde vetzuren (bijv. n-3 en n-6 vetzuren) zijn essentieel voor de groei van het varken.

Alle eiwitten zijn verbindingen van koolstof, zuurstof en stikstof. Eiwitten zijn een belangrijk onderdeel van cellen, waar zij levensprocessen reguleren en structuren bieden. Bovendien zijn zij noodzakelijk voor de groei en het herstel van het lichaam. Eiwitten bestaan uit ketens van aminozuureenheden en de manier waarop deze aminozuureenheden gekoppeld zijn, biedt aan elk eiwit de betreffende kenmerkende eigenschappen.

Als varkenshouders de relatie tussen de energieopname en spiergroei van varkens van verschillende leeftijden en groottes kennen, kunnen zij voorspellen hoe de energieopname van invloed is op de groei en samenstelling en deze informatie op een rendabele manier toepassen. De mogelijkheid van gebruiksvarkens om mager vlees op te leveren is groter dan hun mogelijkheid om energie te verbruiken.

Dat wil zeggen dat zij ad libitum toegang tot voeder met een hoge energiewaarde kunnen krijgen, zonder te veel vet of een verlaging van de efficiëntie van de voederconversie. Hoe meer energie een varken verbruikt, hoe sneller het zal groeien, uitgaande van het feit dat voldoende voerder wordt gegeven, voorzien van gebalanceerde eiwitten.

Bij de slachtvarkens kan de energieopname hoger zijn dan de vereiste voor een maximale magere eiwitafzetting, als gevolg waarvan het varken proportioneel gezien (relatief t.o.v. mager) meer vet kan opslaan. Dit lijkt een groter probleem te zijn bij vrouwelijke dieren of mannelijke gecastreerde dieren dan bij reguliere mannelijke varkens.

 

Eetgedrag en regulering van de eetlust
Varkens zijn uiterst sociale dieren en geven er de voorkeur aan om samen te eten. Zij besteden veel tijd aan het in hun natuurlijke omgeving zoeken naar voer en zijn in het algemeen zeer gemotiveerd om te eten en te drinken.

Tot een gewicht van 50-60 kg wordt de voeropname fysiek gereguleerd. Dat wil zeggen dat de capaciteit van het spijsverteringskanaal bepalend is voor de hoeveelheid die zij eten. Na 60 kg wordt het in meerdere mate gereguleerd door het metabolisme, wat wil zeggen dat het gehalte van de voedingsstoffen in het bloed en de darminhoud, de voeropname reguleert. Varkens met een hoge genetische mogelijkheid om het voer te verteren, kunnen meer eten voordat de voeropname door de chemische regulering wordt verlaagd.

De capaciteit van de darmen beperkt de hoeveelheid voer die een gebruiksvarken kan eten. Dat geeft aan dat de vrijwillige voeropname van een varkens die minder weegt dan 60 kg afhankelijk is van de energieconcentratie in het voer.

 

De spijsvertering van het varken begrijpen
De sleutel voor een efficiënte productie van varkensvlees is het minimaliseren van het onderhouden van de energievereisten van de varkens, zodat de varkens in staat zijn om maximaal gebruik te maken van de aan hen gevoerde voedingsstoffen.

Zoals echter in de onderstaande tabel wordt aangegeven, wordt het grootste deel van de voedingsstoffen door de varkens gebruikt om hun vereisten voor immuniteit en stofwisseling te ondersteunen Buiten deze vereisten kunnen de voedingsstoffen worden gebruikt voor vet en de groei van mager weefsel.

The potential losses of energy occurring in a finisher pig consuming 42MJ of gross. Modified from ACE Livestock Consulting Pty Ltd, 2011.

De aanwezigheid en ratio van al de noodzakelijke voedingsstoffen in het voer van het dier is uiterst belangrijk. Voedingsstoffen zijn vereist om te voldoen aan de basisbehoeften, groei-, stofwisseling- en immuniteitsprocessen van dieren en aan additionele behoeften zoals mogelijkheden voor reproductie, waartoe het door zeugen afscheiden van melk, foetale ontwikkeling enz. behoort. Het is normaal om een gering verlies van voedingsstoffen te hebben, maar het is van groot belang om het verlies te minimaliseren.

Een manier om een verlies van voedingsstoffen en energie bij het aan een dier aangeboden voer te voorkomen, is het behouden van een balans tussen goede en schadelijke bacteriën in het spijsverteringskanaal, d.w.z. het behouden van de normale darmbacteriën van het dier. Op dit moment zijn deze verliezen bij zeugen nog niet bepaald, maar bij biggen zijn er bijvoorbeeld aanwijzingen dat tot 25% eiwit en tot 20% energie van het voer is vereist om een normale balans tussen goede en schadelijke bacteriën in de darm te behouden. Dit voorbeeld geeft aan dat deze verliezen van voedingsstoffen en energie niet verwaarloosbaar zijn en derhalve geminimaliseerd moeten worden.

Bij het gebruik van organische zuren in het voer voor zeugen, (KDF, verhandeld als FORMI®, ADDCON) kunnen wij het aantal schadelijke bacteriën succesvol beheren, zodat de verliezen van voedingsstoffen en energie verlaagd kunnen worden. Hierdoor zal de zeug meer mogelijkheden hebben om deze voor andere doeleinden te gebruiken.

Hoge kwaliteit grondstoffen

DanBred fokvarkens hebben een enorm genetisch potentieel voor reproductieeigenschappen. Hoge kwaliteit van de ingredienten van het voeder en een goede monitoring van aangekochte, of zelf geproduceerde, grondstoffen betreffende de nutrienten standaarden is fundamenteel voor een hoge en stabiele productie en de basis om het genetisch potentieel van een hoge levensproductie vrij te maken.

De energie en de nutriënten niveau’s van de grondstoffen kunnen verschillen per regio van herkomst en daarom is het van belang om altijd recente analyses van de grondstoffen te gebruiken bij de formuleringen. Goede aandacht voor de kwaliteit van de grondstoffen die gebruikt worden is een belangrijk voordeel voor het nastreven van een hoge productie.

Dit document geeft de specifieke en optimale nutriënten specificities voor DanBred varkens en vertegenwoordigen het gewenste nutritionele niveau voor de basisformulering van voeders.

 

Het aanpassen van de ruwe ingrediënten in voer
Het is belangrijk om te onthouden om de ruwe ingrediënten van het voer geleidelijk aan te passen, zodat de biggen worden gespeend met het nieuwe voer zonder de smaak of consistentie te sterk te wijzigen. Het te veel of te vaak wijzigen van de ruwe ingrediënten zal leiden tot een verlaging van de voeropname in elke fase van de varkensproductie en zal daardoor resulteren in een verlies van productie.

Het frequent wijzigen van het dieet, het type voer en de ingrediënten van het voer kan leiden tot diverse problemen bij varkens. Dit vertegenwoordigt een grote stressfactor voor deze dieren in het algemeen en wordt met name weerspiegelt door een slechte eetlust, slechte spijsvertering van de voedingsstoffen en ook een wijziging van de microbioom van de darm in de dieren zelf, hetgeen tot problemen ten aanzien van de gezondheid en productie kan leiden.

Organische zuren (KDF verhandeld als FORMI®, ADDCON) in het dieet van zeugen, biggen en slachtvarkens leveren een bijdrage aan een betere eetlust, evenals aan de stabilisatie en betere vertering van de voedingsstoffen bij het veranderen van het voer (betere vertering van eiwitten en vetten), maar ook een beter gebruik van mineralen zoals calcium en fosfor. Dit kan het beste worden waargenomen tijdens de speenperiode, als de biggen van de melk van de zeug overgaan op vast voer.

Tijdens de periode van het veranderen van voer kunnen problemen ten aanzien van de gezondheid en productie ontstaan. Deze worden veroorzaakt door de verhoogde ontwikkeling van pathogene microflora (bijv. E. Coli). Organische zuren met hun bactericide en bacteriostatische effect regelen de pathogene microflora in de darmen en verbeteren de conditie voor de commensale microflora van het dier, dat ook een bijdrage levert aan een betere vertering van het nieuwe voer, een betere gezondheidsstatus en betere productieparameters.

 

Gifstoffen
Schimmels en hun mycotoxinen, gist en endotoxines zijn natuurlijk optredende verontreinigingen en behoren tot de meest immunosuppressieve factoren die van voer afkomstig zijn. De gifstoffen of toxinen zijn onzichtbaar, geurloos en kunnen niet door reuk of smaak worden gedetecteerd, maar kunnen de gezondheid en de immuniteitsstatus van het dier aantasten en leiden tot een aanzienlijk lagere prestatie van de varkens.

Mycotoxinen worden wereldwijd in de meest grondstoffen voor voer aangetroffen en kunnen een direct en negatief effect hebben op de reproductieve prestatie van varkens. Het beperken van deze effecten is daarom essentieel voor hoog presenterende varkenseenheden.

Mycotoxinen zijn bekende antinutritionele factoren die van invloed zijn op de reproductie. Meer dan 400 verschillende mycotoxinen werden tot nu toe geïdentificeerd, waarvan de meest bekende zijn: trichothecenen, zearalenon (ZEN), ochratoxinen, aflatoxinen, fumonisinen en moederkorenalkaloïden. Grondstoffen kunnen beïnvloed zijn door meer dan een enkele schimmel, en elke schimmel kan meer dan een enkele myotoxine produceren – er is dus een grote kans dat in welke ingrediënt van het voer dan ook, meer dan een enkele microtoxine aanwezig is.

Om de negatieve effecten van toxinen te verlagen, is het belangrijk om de ingrediënten van het voer regelmatig te testen. Toxinebinders zoals Mycofix® Plus (Biomin) kunnen worden toegevoegd – door DanBred wordt echter aanbevolen om altijd eerst contact op te nemen met professionals voordat additieven worden toegevoegd.

Het preserveren van voer met vloeibare organisch zure producten (Addcon XL 2.0) en organische zouten (Addcon XF Superfine) kan het aantal schimmels, gisten en pathogene bacteriën verlagen. Tevens kan het de productie van ongewenste stoffen verminderen.

 

Fysieke eigenschappen van ruw ingrediënten
Het verwerken van graan en als gevolg daarvan de korrelgrootte is een van de belangrijkste factoren die van invloed zijn op de efficiëntie van biggen bij het eten van graan en voer. De juiste aanpassing van de korrelgrootte kan van invloed zijn op voerefficiëntie. Als echter de korrelgrootte te klein is, kan het optreden van maagzweren vaker voorkomen hetgeen van grote invloed is op de prestatie van de zeug.

Er zijn drie belangrijke methoden voor het malen van graan: rollenmolens, hamermolens en schijfmolens. Rollenmolens bestaan uit twee rollen die naar elkaar toe bewegen, waarbij de fijnheid van het te verwerken graan aangepast kan worden door de snelheid, vorm en de cannelures van de rollen.

Hamermolens bestaan uit vele vrij slingerende metalen strips, die als een hamer functioneren en die aan een zware aandrijfas zijn bevestigd die op een snelheid van 300 tpm draait. Zeven met een verschillend formaat openingen bepalen hoe lang het graan contact blijft houden met de hamer en vervolgens hoe fijn het graan wordt gemalen.

Schijfmolens functioneren op basis van druk en maling die door twee schijven of platen wordt gerealiseerd. Het graan wordt gemalen tussen de schijven, die op de gewenste korrelgrootte worden afgesteld. De schijfmolen heeft het vermogen om voorafgaand maalopties in te stellen voor de verschillende diergroepen, bijv. een fijnere korrelgrootte voor gespeende biggen en een grovere structuur voor slachtvarkens of fokvarkens.

 

Vezels
Voedingsvezels, in het algemeen aangegeven als het onverteerbare deel afkomstig van planten, vormen een belangrijk onderdeel van vele soorten varkensvoer. De fysiologische eigenschappen van de verschillende vezels worden met name eerder gerelateerd aan hun oplosbaarheid, fysieke structuur en het vermogen om water vast te houden, dan aan hun monomeren.

In het algemeen worden voedingsvezels gegroepeerd als oplosbare vezels, die in de dikke darm gisten om gassen en andere fysiologische actieve bijproducten te produceren. Onoplosbare vezels die metabolisch inert zijn, kunnen het risico op constipatie bij zeugen verlagen – hetgeen de zeug tijdens de worp helpt.

Dat wil zeggen dat het opnemen van vezels in het voer de normale fysiologische functies in het spijsverteringskanaal stimuleert. Het opnemen van oplosbare niet-zetmeelpolysacharide (NZP) in het voer kan de groei van commensale darmmicroben stimuleren, wat suggereert dat vezels een prebiotisch effect op varkens kunnen hebben als gevolg van de interactie met de micro-omgeving van de darmen en de relatie van de darmen met het immuunsysteem. Het opnemen van organische zuren (KDF, verhandeld als FORMI®, ADDCON) in het voer kan de groei van commensale darmmicroben stimuleren.

Het verhoogde fermentatieve vermogen van zeugen maakt voer dat een hoog gehalte van voedingsvezels heeft meer geschikt voor zeugen dan voor gebruiksvarkens, omdat dit voer gebruikt kan worden om tegelijkertijd de voeropname als de honger te beheren en de zeugen de energie van de vezels kunnen gebruiken, terwijl de gebruiksvarkens in hun groei beperkt kunnen worden als zij te veel vezels krijgen.

Het is aangetoond dat vezels in voer een positief effect hebben op de melkopbrengst en de groei van biggen voor de zogende zeug. De bron van de vezels is belangrijk als de melkopbrengst verbeterd moet worden.

 

Gezondheid van de darmen
Optimale darmgezondheid is cruciaal voor een optimale prestatie van de hoogproductieve DanBred-zeug. Haar levensduur is afhankelijk van een optimale darmgezondheid bij de vroege voeding van gelten, zodat het ontwikkelen van een maagzweer kan worden voorkomen.

Gezondheid van de darmen wil eigenlijk zeggen dat er een balans is tussen de goede en slechte microflora in de darmen – als de balans de voorkeur heeft voor slechte microflora, kan dit leiden tot verschillende gezondheids- en productieproblemen.

Enkele goede voorbeelden van vezelgehalte en hun bron zijn:

  • Suikerbietenpulp, luzerne pellets, haver, tarwezemelen, sojadoppen.
  • Gerst heeft de voorkeur als het belangrijkste bestanddeel van graan.
  • De structuur van het graancomponent in het voer moet minimaal semi-grof gemalen zijn.

Deze structuur van het voer kan worden gerealiseerd door de onderstaande richtlijnen voor het zeefprofiel te volgen:

Composition Minder dan 1 mm 1-2 mm 2-3 mm
Verdeling in deeltjesgrootte (graangedeelte) 50% 35% 15%

 

Gezondheid van de poten, voeten en hoeven
De klauwen die iets langer zijn dan normaal zullen tijdens het lopen mogelijk van invloed zijn op de gang of loop van de zeug. Zeugen hebben last van overmatig lange klauwen en
klauwerosie als er sprake is van scheuren en overmatige groei en/of klauwerosie in de zachte voetzool in de kroonrand.

Terwijl uiteraard de omgeving waarin zij staan een factor speelt, worden veel van deze pootverwondingen veroorzaakt door een gebrek aan voedingsstoffen of een onbalans daarvan. Dit kan worden voorkomen door het voeren van de juiste hoeveelheid sporenelementen – koper (Cu), zink (Zn) en mangaan (Mn) waaraan de zeug behoefte heeft.

  • Mangaan is essentieel voor gezonde gewrichten, pezen en botdichtheid.
  • Zink heeft een helend effect op wonden en levert een bijdrage aan het herstellen van de epitheelcellen (van de huid). Een gebrek hieraan kan tot scheuren in de hoeven leiden.
  • Koper is noodzakelijk voor een sterk bindweefsel en de gezondheid van de witte lijn.
  • Zink en koper zijn ook essentieel in het voer voor de zeug voor de zool, sterkte en elasticiteit van de klauw en nagels.

Biotine is een in water oplosbare vitamine B die het lichaam helpt bij het omzetten in energie. Het is met name ook belangrijk voor de gezondheid van het haar, de huid en nagels (in combinatie met mega 3 vetzuren).

De functie van biotine is ongeveer gelijk als de functie van beton in een stenen muur, waarbij de kwaliteit van de steen van micromineralen afhankelijk is. Enig gebrek aan een van deze componenten zal leiden tot zwakke hoefnagels.

Organische zouten zoals calciumpropionaat, calciumformiaat, natriumbenzoaat (Addcon XF Superfine) kunnen voor varkens een extra bron van mineralen zijn. Losgekoppelde zuren
in het spijsverteringskanaal van het dier, in combinatie met mineralen creëren een nieuwe verbinding (chelaten), een gemakkelijkere manier voor dieren om mineralen te absorberen en te gebruiken.

Een extra positief effect van het gebruik van organische zuren (KDF, verhandeld als FORMI®, ADDCON) is een verlaagd ammoniakniveau in de dierverblijven, als gevolg van een betere vertering van eiwitten en gebruik van stikstof.

Een optimale toevoer van voedingsstoffen naar de huid ondersteunt het ontstaan van sterk en resistent klauwhoorn. Het toevoegen van organisch geboden spoorelementen, zoals Biomin® Locomote, helpt bij het verbeteren van het hoornweefsel.

Gehalte aan geselecteerde grondstoffen

Om het volledige productievermogen van DanBred varkens te ondersteunen, wordt geadviseerd om binnen het geadviseerde maximale percentage van elke grondstof te blijven zoals in de onderstaande tabel wordt aangegeven. Het samenstellen van diëten vereist een grondige kennis van het energieniveau en voedingsstoffensamenstelling van voeringrediënten. Daarnaast is het belangrijk om in te zien dat sommige voeringrediënten elementen bevatten die, bij overmatig voeren, een negatief effect kunnen hebben op verschillende productieparameters.

Grondstof*, % Gelten Drachtige zeugen Zogende zeugen Biggen vanaf 3 weken Gespeende biggen vanaf 5 weken Opgroeiende varkens < 40 kg Vleesvarkens > 40 kg
Sojabonen, getoast 15 20 20 10 20 15 15
Soja-eiwit concentraat (SPC) 10 10 10 15 10 10 10
Zonnebloemmeel 15 15 15 0 5 10 15
Raapzaadkoek en -meel, DL 15 12 12 5 5 10 15
Raapzaad 4 12 12 0 4 4 4
Palmpittenkoek/-schilfers 10 15 15 0 0 10 10
Vismeel 0 5 5 12 12 2 0
Gerst 90 90 90 70 70 70 70
Tarwe 70 80 80 70 70 70 70
Mais 40 50 50 70 70 40 40
Mais, glutenmeel 10 10 10 0 10 10 30
Haver 50 80 80 30 50 50 50
Tarwezemelen 20 20 20 10 20 20 20
Palmolie 6 6 6 7 7 5 3
Soja- of raapzaadolie 6 6 6 7 7 5 2
Visolie 0 0 0 7 7 0 0
*De kwaliteit van de grondstoffen is van groot belang voor het verzekeren van de beste prestatie in elke productiefase.

De bovenstaande tabel toont het geadviseerde maximale percentage geselecteerde voeringrediënten. Een uitgebreid lijst is hier te vinden.

Verhoogde verteerbaarheid van fosfor

Fytase is een enzym dat specifiek werkt op fytinezuur, waarbij tijdens de afbraak van fytinezuur fosfor vrijkomt in een vorm die makkelijker beschikbaar is voor het dier. Dit verlaagt de behoefte aan het geven van extra anorganische fosfor en verbetert de nutritionele waarde van voedingsmiddelen.

In de onderstaande tabel worden de fytase-eenheden in geselecteerde fytaseproducten weergegeven bij percentages uiteenlopend van 60 tot 400%.

Inclusion Natuphos (FTU) Phyzyme XP (FTU) Ronozyme HiPhos (FYT) Optiphos Plus (FTU) Ronozyme NP (FYT) Optiphos3 (OTU) Optiphos3 (FTU) Axtra Phy (FTU) Quantum Blue (FTU) Natuphos E (FTU) Enzy8 Phostar (FTU)
60% 3001 Onder toegestaan
percentage
1504 400 2506 2507 210 450
100% 500 15002 250 670 3006 4007 350 750
150% 750 1875 375 1005 450 600 525 1125
200% 1000 2500 500 1340 600 800 700 1500
300% 15005 900 1200 1050 2250
400% 20005 1200 1600 1400 3000
1) Minimale toegestane hoeveelheid Ronozyme HiPhos is 500 FYT.
2) 1250 FYT zijn vereist om een effect te bereiken dat overeenkomt met 100%, maar het toegestane percentage is 1500-3000 FYT per kg voer.
3) Optiphos is toegelaten in de EU volgens een andere analysemethode, de OTU. In de praktijk kan Optiphos worden geverifieerd met
de standaardmethode (FTU/FYT), en uit een EU-test gedaan in meerdere laboratoria bleek dat 2,68 FTU overeenkomst met 1,00 OTU.
4) Optiphos minimaal aandeel in voer voor gespeende biggen: 250 OTU (100%). Max percentage: 500 OTU.
5) Phyzyme is toegelaten in percentages tot 1000 FTU in voer voor gespeende varkens.
6) Axtraa Phy minimale hoeveelheid: 250 FTU.
7) Quantum Blue minimale hoeveelheid in voer voor gespeende varkens: 500 FTU.
8) Enzy Phostar is not pelleting-resistant and can only be used in meal-based feed.

Watervoorziening en kwaliteit

Water is de allerbelangrijkste voedingsstof in het voer voor alle dieren. Het belang daarvan wordt echter vaak vergeten. Ongeveer 75% van mals vlees bestaat uit water en om alle lichaamsfuncties te kunnen laten functioneren is het noodzakelijk dat water in voldoende hoeveelheden aanwezig is zodat de processen op de juiste manier uitgevoerd kunnen worden – dit omvat tevens de afzetting van proteïne voor spieren (mals vlees).
Wateropname is tijdens elke productiefase nauw verbonden met de voeropname – als varkens onvoldoende kunnen drinken, zullen zij minder eten.

Watervoorziening
De behoefte van varkens aan water varieert per seizoen, klimaat in de stal en gezondheidsstatus. Als een varken een slechte gezondheid heeft, kan de behoefte aan water dubbel zoveel zijn als normaal, bijv. als gevolg van het voeren van graan met een hoog gehalte aan giftige stoffen. De algemene maatstaf is echter dat varkens 2-3 keer zoveel water dan voer consumeren.

Schoon, koel water dient te allen tijde aanwezig te zijn en de behoefte van de dieren aan water neemt tegelijkertijd toe met het voeropname. De behoefte van drachtige en zogende zeugen is als gevolg van de foetale ontwikkeling en de daaraan gekoppelde productie, buitengewoon hoog.

Onder normale omstandigheden kan een drinkbak water voorzien voor 10-15 varkens. De drinkbakken kunnen zijn voorzien van een nippel, bijtnippel of drinkkom. Er dienen minimaal twee van deze drinkbakken in de stal voorzien te zijn, voor het geval er een blokkering optreedt en om agressie tussen de varkens in de stal over een enkele drinkbak te voorkomen. Deze bakken dienen een onderlinge afstand van minimaal 60 cm te hebben en de hoogte dient aangepast te worden in overeenkomst met het formaat en gewicht van de varkens. Als een watertrog wordt gebruikt, wordt een lengte van minimaal 300 cm voor 20 slachtvarkens aanbevolen.

Watertoevoer – Waterbak en waternippel
Varkens moeten te allen tijde vrije toegang hebben tot vers water. Ook al worden de meeste behoeften aan vloeistof van biggen tot een leeftijd van 14 dagen geleverd door de zeugenmelk, blijft het belangrijk dat zij leren om te drinken.

Controle van de watertoevoer
Elke keer dat een nieuwe groep varkens in de stal komt, is het belangrijk om de stroomsnelheid van het water te controleren.
De stroomsnelheid van een nippel moet voor biggen 0,5 – 0,8 liter/minuut zijn, 0,8 – 2 liter/ minuut voor slachtvarkens en minimaal 4 liter/minuut voor zeugen

De dagelijkse behoefte aan water van dieren is afhankelijk van hun omgeving en van de weersomstandigheden. In tropisch of subtropisch klimaat (> 30 ° C) hebben de varkens van nature een grotere waterbehoefte dan varkens in een gematigd klimaat (15 ° C).

De onderstaande tabel geeft een indicatie van de gemiddelde waterbehoefte van varkens tijdens elke productiefase.

Beren 8 – 10
Diergroep Liter per dag
Speenvarkens 1 – 2
Biggen 1 – 5
Gebruiksvarkens, 15 – 45 kg 4 – 8
Slachtvarkens, 45 – 100 kg 6 – 10
Drachtige zeugen 12 – 20
Zogende zeugen 35 – 50

Voor waterbehoefte die specifiek zijn voor uw omgeving kunt u voor meer nauwkeurige informatie contact opnemen met uw DanBred-consultant.

 

Waterhygiëne
Het is extreem belangrijk om het watersysteem regelmatig te desinfecteren en enige biofilm uit de waterleidingen te verwijderen. Biofilm kan immers veel besmettelijke bacteriën bevatten.

  • Het watersysteem legen en twee keer afspoelen met een goedgekeurde desinfectant en minimaal één keer goed doorspoelen met schoon water.
  • Voer het afspoelen de eerste keer uit nadat het oppervlak van de waternippels of drinkbak werd gereinigd.
  • Voer het voor de tweede keer afspoelen uit op de dag voordat de dieren aankomen, niet eerder.
  • Laat het schoonmaakproduct gedurende ongeveer 5 uur weken.
  • Zorg dat het watersysteem minimaal één keer werd doorgespoeld met schoon water voordat de dieren aankomen.

Waterkwaliteit
Net als drinkwater voor menselijke consumptie moet drinkwater voor varkens fysisch, chemisch en microbiologisch correct zijn.

Het is belangrijk om te weten welke waterkwaliteit aan de varkens wordt aangeboden, omdat dit van invloed is op meerdere factoren van de productie, inclusief de wateropname van het varkens, de invloed op het watertoevoersysteem (opbouw van kalkaanslag kan een blokkering veroorzaken), evenals het effect op de levering van voedingsstoffen en medicijnen in het water.

Varkens kunnen een waterkwaliteit tolereren die lager is dan de kwaliteit die voor menselijke consumptie is bestemd, dit dient echter, indien mogelijk, voorkomen te worden. Waterbronnen dienen vier keer per jaar getest te worden. Gebruik hiervoor de volgende tabel die de basis aanbevelingen van de normale samenstelling van kwalitatief water weergeeft

Indicator waterkwaliteit Goed Actie ondernemen
pH 5.5–8.5 < 4 or > 9
Ammonium (mg/l) < 1.0  > 2.0
Nitriet (mg/l) < 0.10 > 1.00
Nitraat (mg/l) < 25  > 100
Chloride (mg/l) < 250 > 1,000
Natrium (mg/l) < 400 > 800
Sulfaat (mg/l) < 100 > 250
IJzer (mg/l) < 0.5 > 10.0
Mangaan (mg/l) < 1.0 > 2.00
Hardheid (ppm) < 60 > 300
Colibacteriën (cfu/ml) < 100 > 100
Kiemgetal (cfu/ml) < 100,000 > 100,000

cfu = kolonievormende eenheden.

Voedingsstoffentabellen voor DanBred-gelten

De energiedichtheid per kilo voer
De onderstaande tabel toont het aanbevolen gehalte aan energie per kg voer in verschillende gewichtsfasen bij toepassing van beperkt voeren.

Energie. per kg voeder Gelten 30-60 kg Gelten 60-110 kg Gelten 85-110 kg Gelten > 110 kg
MJ ME/kg  voeder 13.0 12.8 12.7 12.5
MJ NE/kg voeder 9.8 9.7 9.6 9.4
Deense voereenheden (FU) zeug/kg 1.07 1.05 1.04 1.02
De relatie tussen MJ ME/MJ NE is afhankelijk van de grondstoffen.

 

Eiwit en aminozuren
De onderstaande tabel toont het aanbevolen gehalte aan gestandaardiseerd darmverteerbaar (SID) eiwit en geselecteerde aminozuren per kg voer bij toepassing van beperkt voeren.

Amino acids. (digestible) Gelten 30-60 kg Gelten 60-110 kg Gelten 85-110 kg Gelten > 110 kg
SID eiwit. min. g/kg 126 105 94 82
Lysine. SID g/kg 8.2 6.3 5.2 4.1
Methionine. % van SID lysine 9.4 7.2 6.0 4.7
Met + cys. % van SID lysine 31 31 31 31
Threonine. % van SID lysine 58 58 65 65
Tryptofaan. % van SID lysine 65 65 72 72
Isoleucine. % van SID lysine 20 20 20 20
Leucine. % van SID lysine 56 56 60 60
Histidine. % van SID lysine 108 108 102 102
Fenylalanine. % van SID lysine 36 36 35 35
Fenylalanine + tyrosine. % van SID lysine 55 55 58 58
Valine. % van SID lysine 113 113 102 102
Valine. % of SID lysin 69 69 74 74

 

Mineralen en spoorelementen
De onderstaande tabellen tonen het aanbevolen gehalte aan geselecteerde mineralen en spoorelementen per kg voer bij toepassing van beperkt voeren.

Macromineralen. g/kg Gelten 30-60 kg Gelten 60-110 kg Gelten 85-110 kg Gelten > 110 kg
Calcium zonder fytase 8.6 7.4 7.3 7.3
Calcium 60-100 % fytase 8.0 7.2 6.8 6.6
Calcium 150-250 % fytase 7.7 6.9 6.4 6.3
Calcium 300-400 % fytase 7.5 6.7 6.2 6.1
Totaal fosfor. minimum (100% fytase) 5.6 4.4 4.4 3.9
Totaal fosfor. minimum (200% fytase) 5.2 4.1 4.1 3.5
Totaal fosfor. minimum (300% fytase) 5.1 3.8 3.8 3.4
Totaal fosfor. minimum (400% fytase) 5.0 3.8 3.7 3.3
Verteerbaar fosfor 3.2 2.4 2.4 2.0
Natrium (Na)* 1.6 1.6 1.6 1.5
Magnesium (Mg)* 1.0 0.7 0.6 0.5
* Aanbevelingen zijn gebaseerd op de ideale situatie, plaatselijke wet- en regelgeving kan van toepassing zijn op bepaalde elementen.

 

Micromineralen.  mg/kg minimum *, ** Gelten 30-60 kg Gelten 60-110 kg Gelten 85-110 kg Gelten > 110 kg
IJzer (Fe) 86 84 83 82
Koper (Cu) 6 6 6.2 6.1
Mangaan (Mn) 43 42 42 41
Zink (Zn) 107 105 104 102
Jodium (I) 0.5 0.5 0.5 0.5
Selenium (Se) 0.21 0.21 0.21 0.20
* Aanbevelingen zijn gebaseerd op de ideale situatie, plaatselijke wet- en regelgeving kan van toepassing zijn op bepaalde elementen.
** Zeer productieve zeugen hebben een hogere behoefte aan voedingsstoffen, gebruiken van een deel van spoorelementsupplementen in organische vorm kan bijdragen aan het bereiken van optimale productie.

 

Vitaminen en additieven
De onderstaande tabellen tonen het aanbevolen gehalte aan geselecteerde vitaminen en additieven per kg voer bij toepassing van beperkt voeren.

Vitaminen * Gelten 30-60 kg Gelten 60-110 kg Gelten 85-110 kg Gelten > 110 kg
Vitamine A. 1000 IU/kg 10 10 10 10
Vitamine D3. 1000 IU/kg 1.0 1.0 1.0 1.0
Vitamine E. mg/kg 161** 161** 80** 80**
Vitamine K3. mg/kg 2.1 2.1 2.1 2.1
Vitamine B1. mg/kg 2.1 2.1 2.1 2.1
Vitamine B2. mg/kg 5.4 5.4 5.2 5.2
Vitamine B6. mg/kg 3.2 3.3 3.2 3.2
Vitamine B12. mg/kg 0.03 0.03 0.03 0.03
Biotine. mg/kg 0.4 0.4 0.4 0.4
Foliumzuur. mg/kg 1.6 1.6 1.6 1.6
Niacne. mg/kg 22.0 22.0 22.0 21.0
Pantoteenzuur. mg/kg 16.0 16.0 15.3 15.3
* Aanbevelingen zijn gebaseerd op de ideale situatie, plaatselijke wet- en regelgeving kan van toepassing zijn op bepaalde elementen.
** Dit kan variëren afhankelijk van bijvoorbeeld het vetgehalte in de voeding.
*** Dit kan worden verlaagd tot 80 mg/kg als hetzelfde dieet niet wordt gebruikt voor lacterende zeugen.

 

Overige vitaminen en additieven *** Gelten 30-60 kg Gelten 60-110 kg Gelten 85-110 kg Gelten > 110 kg
Vitamine C, mg/kg 200 200 200 200
Betaïne, mg/kg 300
DHA Omega-3, g/ton optioneel optioneel optioneel optioneel
Cholinechloride, mg/kg toegevoegd toegevoegd toegevoegd toegevoegd
Antioxidant, mg/kg toegevoegd toegevoegd toegevoegd toegevoegd
Toxinebinder, g/ton toegevoegd toegevoegd toegevoegd toegevoegd
*** Niet vereist, geadviseerd ​wordt het verminderen van verstorende factoren en waarborgen van de voerkwaliteit.

 

Voedingsstoffentabellen voor DanBred Drachtige & Zogende zeugen

De energiedichtheid per kilo voer
De onderstaande tabel toont het aanbevolen gehalte aan energie per kg voer in verschillende gewichtsfasen bij toepassing van beperkt voeren.

Energie. per kg voeder Drachtige zeugen Zogende zeugen

Low energy density

Zogende zeugen

High energy density

MJ ME/kg  voeder 12.5 13.1 13.8
MJ NE/kg  voeder 9.4 9.9 10.5
Deense voereenheden (FU) zeug/kg 1.02 1.07 1.13
De relatie tussen MJ ME/MJ NE is afhankelijk van de grondstoffen.

 

Eiwit en aminozuren
De onderstaande tabel toont het aanbevolen gehalte aan gestandaardiseerd darmverteerbaar (SID) eiwit en geselecteerde aminozuren per kg voer bij toepassing van beperkt voeren.

Aminozuren Drachtige zeugen Zogende zeugen

Low energy density

Zogende zeugen

High energy density

SID eiwit. min. g/kg 95 125 134
Lysine. SID g/kg 4.2 8.2 8.7
Methionine. % van SID lysine 31 31 31
Met + cys. % van SID lysine 65 58 58
Threonine. % van SID lysine 72 65 65
Tryptofaan. % van SID lysine 20 20 20
Isoleucine. % van SID lysine 60 56 56
Leucine. % van SID lysine 102 108 108
Histidine. % van SID lysine 35 36 36
Fenylalanine. % van SID lysine 58 55 55
Fenylalanine + tyrosine. % van SID lysine 102 113 113
Valine. % van SID lysine 74 69 69

 

Mineralen en spoorelementen
De onderstaande tabellen tonen het aanbevolen gehalte aan geselecteerde mineralen en spoorelementen per kg voer bij toepassing van beperkt voeren.

Macromineralen. g/kg Drachtige zeugen Zogende zeugen

Low energy density

Zogende zeugen

High energy density

Calcium zonder fytase 7.1 8.5 9.0
Calcium 60-100 % fytase 6.9 8.0 8.5
Calcium 150-250 % fytase 6.3 7.7 8.2
Calcium 300-400 % fytase 6.1 7.5 8.0
Totaal fosfor. minimum (100% fytase) 4.8 5.5 5.8
Totaal fosfor. minimum (200% fytase) 4.3 5.2 5.5
Totaal fosfor. minimum (300% fytase) 4.2 5.1 5.4
Totaal fosfor. minimum (400% fytase) 4.1 5.0 5.3
Verteerbaar fosfor 2.1 3.2 3.4
Natrium (Na)* 2.0 2.0 2.0
Magnesium (Mg)* 0.6 1.1 1.2
* Aanbevelingen zijn gebaseerd op de ideale situatie, plaatselijke wet- en regelgeving kan van toepassing zijn op bepaalde elementen.

 

Micromineralen.  mg/kg minimum *, ** Drachtige zeugen Zogende zeugen

Low energy density

Zogende zeugen

High energy density

IJzer (Fe) 82 85 90
Koper (Cu) 15 16 17
Mangaan (Mn) 41 43 45
Zink (Zn) 102 107 113
Jodium (I) 0.55 1.0 1.1
Selenium (Se) 0.25 0.25 0.25
* Aanbevelingen zijn gebaseerd op de ideale situatie, plaatselijke wet- en regelgeving kan van toepassing zijn op bepaalde elementen.
** Zeer productieve zeugen hebben een hogere behoefte aan voedingsstoffen, gebruiken van een deel van spoorelementsupplementen in organische vorm kan bijdragen aan het bereiken van optimale productie.

 

Vitaminen en additieven
De onderstaande tabellen tonen het aanbevolen gehalte aan geselecteerde vitaminen en additieven per kg voer bij toepassing van beperkt voeren.

Vitaminen * Drachtige zeugen Zogende zeugen

Low energy density

Zogende zeugen

High energy density

Vitamine A, 1000 IU/kg 10 10 10
Vitamine D3, 1000 IU/kg 1.0 1.0 1.0
Vitamine E, mg/kg 80 161 170
Vitamine K3, mg/kg 4.0 4.0 4.0
Vitamine B1, mg/kg 2.1 2.2 2.3
Vitamine B2, mg/kg 5.2 5.4 5.7
Vitamine B6, mg/kg 3.2 3.3 3.4
Vitamine B12, mg/kg 0.03 0.03 0.03
Biotine, mg/kg 0.4 0.4 0.4
Foliumzuur, mg/kg 1.6 1.6 1.7
Niacne, mg/kg 21.0 22.0 23.0
Pantoteenzuur, mg/kg 15.3 16.0 17.0
* Aanbevelingen zijn gebaseerd op de ideale situatie, plaatselijke wet- en regelgeving kan van toepassing zijn op bepaalde elementen.

 

Overige vitaminen en additieven *** Drachtige zeugen Zogende zeugen

Low energy density

Zogende zeugen

High energy density

Vitamine C optioneel optioneel optioneel
Betaïne optioneel optioneel toegevoegd
DHA Omega-3 optioneel optioneel optioneel
Cholinechloride optioneel optioneel optioneel
Antioxidant toegevoegd toegevoegd toegevoegd
Toxinebinder aanbevolen aanbevolen aanbevolen
*** Niet vereist, geadviseerd ​wordt het verminderen van verstorende factoren en waarborgen van de voerkwaliteit.

 

Voedingsstoffentabellen voor DanBred-biggen

Let erop dat de algemene voedingsadviezen voor biggen geen veiligheidsmarge bevatten, omdat ze zijn bepaald als de economisch optimale niveaus in diëten met conventionele ingrediënten bij normale prijsrelaties. Daardoor is het mogelijk om de prestatie te verbeteren door het verhogen van aminozuren en eiwit, maar dit zal niet winstgevend zijn omdat de verhoging van de prijs hoger is dan de prestatieverbeteringen. Verder zal een verhoging van eiwit het risico op de uitbraak van diarree vergroten.
Bij diarree kunnen de minimale standaarden worden gekozen; gebruik anders de typische of maximale standaarden.

Het calciumgehalte in voer voor kleine biggen is lager dan normaal, omdat een hoge calciumconcentratie afkomstig van calciumcarbonaat het risico op diarree vergroot, en daarom is het calciumgehalte een compromis tussen het risico op diarree en maximale botmineralisatie.

 

De energiedichtheid per kilo voer
De onderstaande tabel toont de aanbevolen hoeveelheid energie per kg voer in verschillende gewichtsfasen.

Energie. per kg voeder Biggen 6-9 kg Biggen 9-15 kg Biggen 15-30 kg
ME, MJ/kg voer 14.5 14.0 13.6
NE, MJ/kg voer 10.7 10.3 10.0
Deense voereenheden, FU/kg voer 1.20 1.16 1.12
De relatie tussen MJ ME/MJ NE is afhankelijk van de grondstoffen.

 

Eiwit en aminozuren
De onderstaande tabel toont het aanbevolen gehalte aan gestandaardiseerd darmverteerbaar (SID) eiwit en geselecteerde aminozuren per kg voer.

Protein Biggen 6-9 kg Biggen 9-15 kg Biggen 15-30 kg
SID Eiwit. Min. g/kg 158 162 160
SID Eiwit. Gem. g/kg 162 166 164
SID Eiwit. Max. g/kg 168 172 169
Ruw eiwit. Min. % 17.9 17.1 18.4
Ruw eiwit.1) Gem. % 18.4 18.8 18.8
Ruw eiwit. Max. % 19.1 19.5 19.4
1) In zinkvrije diëten kan ruw eiwit worden verlaag met -0,5 -1,0 %

 

Aminozuren Biggen 6-9 kg Biggen 9-15 kg Biggen 15-30 kg % lysine*
Lysine. SID, g/kg 13.2 12.8 12.9 100
Methionine SID, g/kg 4.2 4.1 4.1 32
Methionine + Cysteine SID, g/kg 7.1 6.8 6.9 542
Threonine SID, g/kg 8.2 7.9 7.9 62
Tryptophan SID, g/kg 3.0 2.9 2.7 21-23
Isoleucine SID, g/kg 6.0 5.8 6.2 49-512
Leucine SID, g/kg 11.4 11.0 11.6 90-952
Histidine SID, g/kg 3.6 3.5 3.7 29-312
Phenylalanine SID, g/kg 7.1 6.8 6.9 542
Phenylal.+tyrosine SID, g/kg 12.6 12.2 12.2 1002
SID Lysine 8.3 8.0 8.2 63-65
*) De hoeveelheid aminozuren is geldig voor het hierboven aangegeven energieniveau. Bij een hoger energieniveau is meer aminozuur vereist.
2) Afhankelijk van de keuze van grondstoffen.

 

Mineralen en spoorelementen
De onderstaande tabellen tonen het aanbevolen gehalte geselecteerde mineralen en spoorelementen per kg voer.

Mineralen g/kg Biggen 6-9 kg Biggen 9-15 kg Biggen 15-30 kg
Calcium zonder fytase 8.4 9.3 9.6
Calcium, 60-100% fytase 7.8 8.7 9.0
Calcium, 150-250% fytase 7.4 8.4 8.7
Calcium, 300-400% fytase 7.2 8.1 8.5
Verteerb. Fosfor 4.0 3.7 3.7
Natrium (Na)* 3.0 2.4 2.1
Magnesium (Mg)* 1.1 1.1 1.0
Chloride (Cl)* 4.8 4.1 3.6
Kalium (K)* 2.5 2.9 2.8
* Aanbevelingen zijn gebaseerd op de ideale situatie, plaatselijke wet- en regelgeving kan van toepassing zijn op bepaalde elementen.

 

Aanbevolen minimaal gehalte aan totaal fosfor in volledige biggendiëten met fytase. Voor algemene aanbevelingen over fytase zie deze paragraaf.

Fosfor Biggen 9-30 kg
Verteerbaar fosfor. Gem. 3.7
Totaal fosfor. minimum (100% fytase) 6.3
Totaal fosfor. minimum (200% fytase) 5.9
Totaal fosfor. minimum (300% fytase) 5.7
Totaal fosfor. minimum (400% fytase) 5.6

 

Spoorelementen mg/kg* Biggen 6-9 kg Biggen 9-15 kg Biggen15-30 kg
IJzer (Fe ) 180 174 170
Koper (Cu) 7 7 7
Mangaan (Mn) 48 46 45
Zink (Zn) 120 116 113
Jodium (I) 0.4 0.4 0.3
Seleen (Se) 0.4 0.4 0.4
* Aanbevelingen zijn gebaseerd op de ideale situatie, plaatselijke wet- en regelgeving kan van toepassing zijn op bepaalde elementen.

 

Vitaminen en additieven
De onderstaande tabellen tonen het aanbevolen gehalte aan geselecteerde vitaminen en additieven per kg voer bij toepassing van beperkt voeren.

Vitamins * Biggen 6-9 kg Biggen 9-15 kg Biggen 15-30 kg
Vitamine A. IE/kg 9600 5800 5660
Vitamine D. IE/kg 960 580 565
Vitamine E. mg/kg 168 162 68

– gelijk aan Vit E (dl.- alfa-tocoferol), mg

156 151 61

– gelijk aan Vit E (all-rac acetaat), mg

168 162 68

– gelijk aan Vit E (RRR), mg

113 109 45

– gelijk aan Vit E (RRR acetaat), mg

124 119 50
Vitamine K3. mg/kg 2 2 2
Vitamine B1. mg/kg 2 2 2
Vitamine B2. mg/kg 5 5 5
Vitamine B6. mg/kg 4 3 3
Vitamine B12. mg/kg 24 23 23
Biotine. mg/kg 0.24 0.23 0.23
Foliumzuur mg/kg 0 0 0
Niacine mg/kg 24 23 23
Pantotheenzuur mg/kg 12 12 11
* Aanbevelingen zijn gebaseerd op de ideale situatie, plaatselijke wet- en regelgeving kan van toepassing zijn op bepaalde elementen.

 

Grondstoffen en hun bruikbaarheid in pre-startervoer

Grondstof Voedingsstof Opmerking Behandeling Bruikbaarheid
Tarwe Zetmeel / energie Laag in complexe koolhydraten/vezels Gereinigd +++
Gerst Zetmeel / energie Rijk aan complexe koolhydraten (beta-glucanen) vezels Gereinigd ++
Mais Zetmeel / energie

 

 

Resistent zetmeel wordt niet verteerd, maar gefermenteerd. Resistent zetmeel kan beschikbaar zijn door extrusie.

Laag in complexe koolhydraten/vezels.

Gereinigd

Geëxtrudeerd

+++
Rijst Zetmeel / energie

 

Laag in complexe koolhydraten/vezels Gereinigd +++
sojameel (SBM) Eiwit en complexe koolhydraten. Hoog in ANF: TIA, beta conglycinine en oligosacharides. Getoast

(Geëxtrudeerd)

+
Volvette soja (FSS) Eiwit, vet en complexe koolhydraten Zeer hoog in ANF: TIA, beta conglycinine en oligosacharides. Lage eiwit SID. Geëxtrudeerd of

Gemicroniseerd

HP 300, soja-eiwit concentraat (SPC) Eiwit en complexe koolhydraten. Laag in ANF: TIA, beta conglycinine en oligosacharides.

Hoge eiwitverteerbaarheid; WHC; prebiotisch effect

Behandeld met enzymen +++
Soja-eiwit concentraten, (SPC) Eiwit en inerte koolhydraten Laag in ANF: TIA, beta conglycinine en oligosacharides.

Lage eiwitverteerbaarheid en WHC

Met water/alcohol geëxtraheerd ++
SPC, gefermenteerd Eiwit en complexe koolhydraten Laag in ANF: TIA, beta conglycinine en oligosacharides.

Lage eiwitverteerbaarheid en WHC

Lactobacillus gefermenteerd +
Vismeel Eiwit Grote variatie in kwaliteit en verteerbaarheid. Hoog in NPN, niet-eiwit stikstof. Gedroogd ++
Aardappel-eiwit concentraat Eiwit

 

Hoog in ANF: TIA en solanine + cabomine. Ultra-filtratie ++
Weipoeder, zoet Lactose en eiwit Gebruikt voor leveren van lactose +++
Vet/olie Energie  Gebruikt voor leveren van energie +++

 

Geadviseerd maximaal percentage geselecteerde voeringrediënten voor biggen 2 – 15 kg

Grondstof Biggen 2-6 kg Biggen 6-9 kg Biggen 9-15 kg
Wheat 70 70 70
Tarwe 70 70 70
Gerst 70 70 40
Mais 50 50 50
Rijst 10
Sojameel (SBM)
Volvette soja (FSS) 18 18 10
HP 300 15 10 10
Soja-eiwit concentraten (SPC) 12 6 2
Vismeel 3 5 5
Aardappel-eiwit concentraat 15-25 10-15 6-25
Weipoeder, 70% lactose +++ ++ ++
Vet/olie Glu, Xyl, Fyt Glu, Xyl, Fyt Fyt
Enzymen 1% 1% 1%
Organische zuren +++ ++ ++
Diëtische vezels laag laag gemiddeld
Calcium <0.1 <0.1 <0.5
CaCO3

een tabel die laat zien de maximale gehalte aan geselecteerde voeringrediënten kunnen hier worden gevonden.

Voedingsstoffentabellen voor DanBred-gebruiksvarkens

Deze informatie is momenteel alleen in het Engels beschikbaar. De Nederlandse vertaling komt binnenkort.

Optimal feeding of growers in their different weight intervals depends on the feed conversion in the entire finisher period 30-115 kg. DanBred has for growers chosen to simplify the nutritional tables to fit an average feed conversion between 32.6 MJ ME/23.3 MJ NE/2.6 FU per kg gain to 34.4 MJ ME/24.7 MJ NE/2.75 FU per kg gain.

To utilise the full potential of the genetics it can be an advantage to optimise the feed composition according to the actual feed conversion rate achieved in the different weight stages and but also ensure maximised protein utilisation at a balanced protein level to secure the gut health among the pigs.

Some will argue that it is possible to improve performance by increasing amino acids and protein levels, this should though never be done without calculating if the increase in feed price is balanced according to the performance improvements. Furthermore, a high protein diet will increase the risk of diarrhoea outbreaks.

If you need an analysis of your grower production the technical team within DanBred is always available to help clarify production capacity and recommend a solution that can optimise your outcome.

 

The energy density per kilo feed
The table below shows the recommended content of energy per kg feed in different weight stages.

Energy. per kg feed 20-45 kg 30-45 kg 30-60 kg 30-75 kg 30-100 kg
MJ ME/kg feed 13.8 13.6 13.5 13.2 13.4
MJ NE/kg feed 9.8 9.7 9.6 9.4 9.6
Danish feed units (FU)sow/kg 1.10 1.09 1.08 1.06 1.07
The relation between MJ ME/MJ NE depends on the raw materials.

 

Digestible Protein and Amino acids
The table below shows the recommended content of Standardized Ileal Digestible (SID) protein and selected amino acids per kg feed in different weight stages at average feed conversion.

Amino Acids, g/kg 20-45 kg 30-45 kg 30-60 kg 30-75 kg % of Lysine*
SID protein. min. g/kg 145.2 140.6 138.2 132.5
SID Lysine 10.7 10.0 9.6 9.1 100
SID Methionine 3.3 3.1 2.9 2.8 30-31
SID Methionine + Cysteine 5.9 5.7 5.5 5.3 55-58
SID Threonine 6.7 6.4 6.2 5.9 63-65.55
SID Tryptophan 2.1 2.0 1.9 1.8 20
SID Isoleucine 5.4 5.1 5.0 4.8 50-53
SID Leucine 10.1 9.6 9.6 9.1 94-100
SID Histidine 3.7 3.1 3.0 2.9 30-32
SID Phenylalanine 5.7 5.5 5.2 4.9 54
SID Phenylalanine + Tyrosine 10.7 10.8 9.6 9.1 100
SID Valine 6.8 6.5 6.2 5.8 64
* The amino acid levels are valid for the energy level mentioned. At a higher energy level, more amino acid is required. 

 

Macro and Micro minerals
The tables below show the recommended content of selected macro and micro minerals per kg feed in different weight stages at average feed conversion.

Macro minerals. g/kg 20-45 kg 30-45 kg 30-60 kg 30-75 kg
Calcium without phytase 8.6 8.3 8.0 7.6
Calcium 60-100% phytase 8.0 7.7 7.5 7.1
Calcium 150-250% phytase 7.7 7.4 7.1 6.8
Calcium 300-400% phytase 7.5 7.2 6.9 6.6
Digestible phosphorus 3.0 2.8 2.7 2.5
Sodium (Na)* 1.9 1.9 1.7 1.7
Magnesium (Mg)* 0.9 0.9 0.8 0.7
Chloride (Cl)* 3.1 3.1 2.9 2.9
Potassium (K)* 2.8 2.7 2.7 2.7
* Recommendations are based on the ideal situation, local legislation and regulations may apply for some elements.

 

Micro minerals. g/kg. Minimum * 20-45 kg 30-45 kg 30-60 kg 30-75 kg
Iron (Fe ) 90 90 90 90
Copper (Cu) 15 15 15 15
Manganese (Mn) 45 45 45 45
Zinc (Zn) 110 110 110 110
Iodine (I) 0.33 0.33 0.33 0.33
Selenium (Se) 0.25 0.25 0.25 0.25
* Recommendations are based on the ideal situation, local legislation and regulations may apply for some elements.

 

Vitamins and additives
The tables below show the recommended content of selected macro and micro minerals per kg feed in different weight stages at average feed conversion.

Vitamins * 20-45 kg 30-45 kg 30-60 kg 30-75 kg
A vitamin. IU/kg 4880 4880 4880 4880
D3 vitamin. IU/kg 440 440 440 440
E vitamin. mg/kg 44 44 44 44
       – equal to Vit E (dl.- alpha-tocopherol), mg 39 39 39 39
       – equal to Vit E (all-rac acetate), mg 44 44 44 44
       – equal to Vit E (RRR), mg 29 29 29 29
       – equal to Vit E (RRR acetate), mg 31 31 31 31
K3 vitamin. mg/kg 2 2 2 2
B1 vitamin. mg/kg 2 2 2 2
B2 vitamin. mg/kg 2 2 2 2
B6 vitamin. mg/kg 3 3 3 3
B12 vitamin. mg/kg 21 21 21 21
Biotin. mg/kg 0.1 0.1 0.1 0.1
Folic acid. mg/kg 0 0 0 0
Niacin. mg/kg 21 21 21 21
Pantothenic acid. mg/kg 11 11 11 11
* Recommendations are based on the ideal situation, local legislation and regulations may apply for some elements.

 

Voedingsstoffentabellen voor DanBred-slachtvarkens

Deze informatie is momenteel alleen in het Engels beschikbaar. De Nederlandse vertaling komt binnenkort.

Optimal feeding of finishers in their different weight intervals depends on the feed conversion in the entire finisher period 30-115 kg. DanBred has for finishers chosen to simplify the nutritional tables to fit an average feed conversion between 32.6 MJ ME/23.3 MJ NE/2.6 FU per kg gain to 34.4 MJ ME/24.7 MJ NE/2.75 FU per kg gain.

To utilise the full potential of genetics it can be an advantage to optimise the feed composition according to the actual feed conversion rate achieved in the different weight stages. Some will argue that it is possible to improve performance by increasing amino acids and protein levels, this should though never be done without calculating if the increase in feed price is balanced according to the performance improvements.

If you need an analysis of your grower production the technical team within DanBred is always available to help clarify production capacity and recommend a solution that can optimise your outcome

 

The energy density per kilo feed
The table below shows the recommended content of energy per kg feed in different weight stages.

Energy. per kg feed 30 -100 kg 30 -75 kg 45 -75 kg 60 -115 kg 75 -115 kg
MJ ME/kg feed 13.4 13.2 13.2 13.1 13.1
MJ NE/kg feed 9.6 9.4 9.4 9.3 9.3
Danish feed units (FU)sow/kg 1.07 1.06 1.06 1.05 1.05
The relation between MJ ME/MJ NE depends on the raw materials.

 

Digestible Protein and Amino acids
The table below shows the recommended content of Standardized Ileal Digestible (SID) protein and selected amino acids per kg feed in different weight stages at average feed conversion.

Amino Acids, g/kg 30 -100 kg 30 -75 kg 45 -75 kg 60 -115 kg 75 -115 kg % of Lysine*
SID protein. min. g/kg 128.4 133 128.4 118 113.4
SID Lysine 8.8 9.1 8.8 8.0 7.7 100
SID Methionine 2.7 2.7 2.7 2.4 2.3 30
SID Methionine + Cysteine 5.0 5.3 5.0 4.7 4.5 58-61
SID Threonine 5.8 5.9 5.8 5.3 5.1 65.5-67
SID Tryptophan 1.8 1.8 1.8 1.6 1.5 20
SID Isoleucine 4.6 4.9 4.6 4.2 4.1 53
SID Leucine 8.8 9.1 8.8 8.0 7.7 100
SID Histidine 2.8 3.0 2.8 2.5 2.4 32
SID Phenylalanine 4.7 4.9 4.7 4.3 4.1 54
SID Phenylalanine + Tyrosine 8.8 9.1 8.8 8.0 7.7 100
SID Valine 5.6 5.8 5.6 5.1 4.9 64
* The amino acid levels are valid for the energy level mentioned. At a higher energy level, more amino acid is required. 

 

Macro and Micro minerals
The tables below show the recommended content of selected macro and micro minerals per kg feed in different weight stages at average feed conversion.

Macro minerals. g/kg 30 -100 kg 30 -75 kg 45 -75 kg 60 -115 kg 75 -115 kg
Calcium without phytase 7.5 7.6 7.4 7.1 6.9
Calcium 60-100% phytase 7.1 7.0 6.9 6.6 6.4
Calcium 150-250% phytase 6.6 6.8 6.6 6.3 6.1
Calcium 300-400% phytase 6.6 6.4 6.2 6.0 5.9
Digestible phosphorus 2.5 2.5 2.4 2.2 2.1
Sodium (Na)* 1.6 1.7 1.6 1.5 1.4
Magnesium (Mg)* 0.7 0.7 0.7 0.7 0.7
Chloride (Cl)* 2.7 2.9 2.7 2.4 2.3
Potassium (K)* 2.7 2.7 2.7 2.6 2.6
* Recommendations are based on the ideal situation, local legislation and regulations may apply for some elements.

 

Micro minerals. g/kg. Minimum * 30 -100 kg 30 -75 kg 45 -75 kg 60 -115 kg 75 -115 kg
Iron (Fe ) 90 90 90 90 90
Copper (Cu) 15 15 15 15 15
Manganese (Mn) 45 45 45 45 45
Zinc (Zn) 110 110 110 110 110
Iodine (I) 0.32 0.32 0.32 0.32 0.32
Selenium (Se) 0.25 0.25 0.25 0.25 0.25
* Recommendations are based on the ideal situation, local legislation and regulations may apply for some elements.

 

Vitamins and additives
The tables below show the recommended content of selected macro and micro minerals per kg feed in different weight stages at average feed conversion.

Vitamins * 30 -100 kg 30 -75 kg 45 -75 kg 60 -115 kg 75 -115 kg
A vitamin. IU/kg 4880 4880 4880 4880 4880
D3 vitamin. IU/kg 440 440 440 440 440
E vitamin. mg/kg 43 43 43 43 43
       – equal to Vit E (dl.- alpha-tocopherol), mg 39 39 39 39 39
       – equal to Vit E (all-rac acetate), mg 43 43 43 43 43
       – equal to Vit E (RRR), mg 29 29 29 29 29
       – equal to Vit E (RRR acetate), mg 31 31 31 31 31
K3 vitamin. mg/kg 2 2 2 2 2
B1 vitamin. mg/kg 2 2 2 2 2
B2 vitamin. mg/kg 2 2 2 2 2
B6 vitamin. mg/kg 3 3 3 3 3
B12 vitamin. mg/kg 21 21 21 21 21
Biotin. mg/kg 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1
Folic acid. mg/kg 0 0 0 0 0
Niacin. mg/kg 21 21 21 21 21
Pantothenic acid. mg/kg 11 11 11 11 11
* Recommendations are based on the ideal situation, local legislation and regulations may apply for some elements.

 

Mijn aantekeningen voor DanBred Nutriënten Specificities

Startpagina

Klanten halen het maximale uit DanBred